Zo min mogelijk Troep
Titeren, titerbepaling, vaccicheck, het zijn begrippen die je tegenwoordig vaak hoort.
Steeds meer mensen kiezen voor een titerbepaling voordat ze hun hond laten vaccineren. Zo ook ikzelf. We titeren onze honden al jaren.
Toe onze zoon, nu 30 jaar geleden, bijna bezweek aan zijn eerste inenting, ben ik al hard na gaan denken over de voor, en nadelen van enten. Bij mensen maar ook bij dieren.
Blij verheugd was ik, toen ik een aantal jaren geleden in aanraking kwam met een dierenarts die me voor de eerste keer vertelde over titeren. In mijn oren, klonk het allemaal geweldig logisch. Wat mij betreft mogen we kinderen ook wel eerst gaan titeren!
‘Titeren, wat is dat eigenlijk?’
Bij een titerbepaling wordt een klein beetje bloed afgenomen en met een speciale kleurtest (de vaccicheck) wordt bepaald hoeveel antistoffen er tegen bepaalde ziektes nog aanwezig zijn. Antistoffen zijn de ‘soldaatjes’ van het lichaam tegen ziektes.
Op dit moment kan er getest worden op Parvo, HCC (leverziekte) en hondenziekte.
‘En wat zegt dat dan, die antistoffen?’
Als een hond nog antistoffen in het bloed heeft, is het niet nodig om te vaccineren. Sterker nog: de enting zal niet aanslaan en dus voor niets zijn. Een vaccinatie is juist bedoeld om een prikkel te geven zodat de hond antistoffen aanmaakt, maar als die er nog zijn is een extra vaccinatie uiteraard niet nodig. En wat uw pup al helemáál niet nodig heeft, zijn de zware metalen die aan het serum worden toegevoegd om er een entstof van te maken.
Pups krijgen van de moederhond met de eerste moedermelk antistoffen binnen. Die antistoffen blijven zo’n 6 tot 12 weken in het bloed aanwezig.
Normaal gesproken (lees: vroeger sowieso, en nu nog steeds) geven we pups op 6, 9 en 12 weken een inenting, zodat in ieder geval één van de drie aanslaat. Dierenartsen noemen dit met een mooi woord ‘boosteren’, maar wat ze eigenlijk bedoelen is: als de vaccinatie de eerste keer niet is aangeslagen, dan hopelijk de 2e of 3e keer wel.
‘Waarom zou je het liefst zo min mogelijk ....
..... En zo laat mogelijk vaccineren.
Dierenarts TANNETJE KONING over Titeren
Een vaccin is eigenlijk een onnatuurlijke manier om met een ziekte in aanraking te komen: normaal komen de ziektekiemen via de neus of mond naar binnen en worden daar al aangepakt door het lichaam. Een vaccin spuiten we direct in de bloedbaan. Dit is dus een hele heftige binnenkomst, ook al is het een verzwakte versie van de ziektekiem. En dan vaak zelfs nog met een cocktail van 3 ziektes tegelijk! Een dier kán hier heel ziek van worden en er zelfs later vervelende klachten als eczeem of zelfs epilepsie door ontwikkelen. Ook bevat een vaccin naast de entstof nog dragende stoffen (die zware metalen weer), dit zijn vaak hele belastende stoffen zoals kwik of chloroform. Zeker niet iets waar je een jonge pup (of kind!) van 6 weken mee wilt injecteren!
‘Maar wat moet ik dan doen met mijn jonge pup?’
Een ervaren dierenarts kan aan de hand van de titerbepaling ook een indicatie geven hoe lang de antistoffen nog aanwezig zullen blijven. Onze pups hoeven allemaal pas na gemiddeld 3 weken opnieuw getiterd te worden.
Na deze 2e titerbepaling moeten sommige hondjes gevaccineerd (antistoffen waren voldoende afgezwakt), en bij andere zijn er nog steeds voldoende antistoffen aanwezig waardoor die pas na 3 weken opnieuw getiterd (of dan meteen geënt) hoeven te worden.
Het voordeel van deze methode is dus dat je maar 1 keer hoeft te vaccineren. Als je het helemaal perfect wilt doen, kan je na een week of 4 nog een keer een titerbepaling doen om te kijken of de vaccinatie is aangeslagen (dan zouden de antistoffen dus weer hoog moeten zijn).
‘ Mijn dierenarts zegt dat ik onverantwoordt bezig ben.’
Veel dierenartsen zullen het niet met u eens zijn en u onzeker maken. Feitelijk geldt dit verhaal nog veel sterker voor de gewone enting: als jij met je pupje van 11 weken naar de hondenschool gaat en de 6- en 9-weken entingen zijn niet aangeslagen doordat de antistoffen nog te hoog waren, dan is je hondje misschien ook niet beschermd. Een vaccinatie geeft dan een valse veiligheid. Bij een titerbepaling door een ervaren dierenarts heb je juist meer zekerheid over hoe lang je pup beschermd is, je hebt het immers gemeten! Bij de ‘gewoon’ gevaccineerde pup is er helemaal niets bekend over hoeveel antistoffen er aanwezig waren.
De ziekte van Weil (Leptospirose)
Leer HIER meer over deze gevaarlijke enting
Alle ziektes, symptomen en risico's op een rij
Klik HIER voor alle info
Dat geldt ook voor ontwormen!
Onze pups worden netjes ontwormd met een mild middel, omdat dit nu eenmaal van levensbelang is.
Echter: Worden de pups groter, gaan wij niet meer blindelings het ontworm-schema volgen wat vaak geadviseerd wordt, maar nemen wij altijd eerst een monster, om de DA te laten onderzoeken of ontwormen wel nodig is.
Pas indien nodig zullen we overgaan tot ontworming, wederom met een zo natuurlijk mogelijk middel
Sowieso, zullen we met het voedsel al rekening houden met dit ongedierte, en het darmstelsel van onze honden dusdanig gezond houden, dat wormen nauwelijks een kans van slagen hebben.
En voor vlooien en teken bestrijding
Ook ongedierte als vlooien en teken houden we zo ver mogelijk bij onze dieren vandaag.
In het tekenseizoen krijgen de dames extra insecten werende middel in de vorm van etherische olie in de nek, vlooienwerende spray op de vacht voor het wandelen, en wat extra knoflookolie zodat ze domweg niet interessant zijn voor de kleine ettertjes.
Wat ook wonderen doet: Elke hond direct na de wandeling even stevig schoon blazen met de waterblazer. Mócht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen tóch een teek mee naar huis zijn gekomen, dat verliest die nu definitief de strijd.
Conclusie:
Voorkomen is beter, en meten is weten! Laat eerst meten of het wel nodig is om je hond in te enten, zo voorkom je mogelijk veel ellende op de langere termijn.